Acht jaar speelde zij Hoofdklasse in Groningen. Eerst bij
Velocitas, toen bij Oranje Nassau. Tot twee keer toe overwoog zij al om te
stoppen, maar opnieuw plakt zij er een jaar Hoofdklasse bij het Zwolse Be Quick
’28 aan vast. Haar laatste jaar in Groningen was het jaar met een grote prijs:
de KNVB-beker. Toch wil zij niet nog eens zo’n seizoen beleven als dit jaar.
Jolanda Tromp neemt afscheid van de Groningse velden. Een terugblik met een
fanatieke en fysiek sterke speelster die op haar 31ste nog steeds op het hoogste
niveau mee wil en kan.
Het begon bij Nicator
Ik voetbalde in Leeuwarden al jong met vriendjes op straat. Toen ik 8 was
werd het mogelijk om bij Nicator met een meisjes-elftal in een meisjescompetitie
te spelen. Ik ben begonnen als spits omdat ik vrij snel was. Later mocht mijn
team ook tegen jongens spelen; dat was moeilijker en dat vond ik wel een
uitdaging.
Vanaf mijn 12de jaar speelde ik in het 1e damesteam van Nicator dat in de eerste
klasse uitkwam. De andere speelsters waren een stuk ouder, maar vingen mij goed
op. Ik had het voordeel dat ik snel in de lengte groeide. Ik speelde daar op
verschillende posities.
Vanaf het begin kwam ik ook uit voor de regionale Friese selectie, o.a. samen
met Simone Hof. Ik heb wel meegedaan aan selectiewedstrijden voor een nationaal
elftal onder 15 of 16 maar ben toen afgevallen. Ik moest bij die
selectiewedstrijd op een andere positie spelen; bovendien speelden de westerse
meiden elkaar veel de bal toe. Ik vind het nog steeds jammer dat ik het toen
niet heb gehaald.
Daarna 4 jaar bij MKV '29 en 1 jaar bij HZVV
Na zes jaar Nicator maakte ik de overstap naar MKV ’29, ook uit
Leeuwarden. Dat team speelde ook eerste klasse maar had een jongere selectie en
oogde professioneler. Ik begon als voorhoedespeelster maar toen een centrale
verdedigster geblesseerd raakte, werd ik laatste man. Ze hadden kennelijk wel
vertrouwen in me. Ik bleef in de as spelen en mocht bij een achterstand het
laatste half uur mee naar voren en kon zo nog doelpunten meepikken.
Na vier seizoenen MKV ging ik naar HZVV uit Hoogeveen. Bij MKV gingen een aantal
speelsters weg. Omdat ik mijn vertrek tijdens het seizoen al bekend maakte,
zette de trainer mij naar het 2de elftal. Ik ben toen eerder gestopt omdat ik
het onterecht vond om die reden in het 2de te moeten voetballen. Ik ben toen
verder gaan trainen bij HZVV. Dat team speelde ook eerste klasse. Ik had daar al
veel vrienden die ik van zaalvoetbal kende. Bij deze club ben ik maar 1 jaar
gebleven; de derde helft was vaak belangrijker dan het voetbal.
4 jaar bij Velocitas
In 1997 maakte ik de overstap naar Velocitas dat uitkwam in de
Hoofdklasse. Het eerste jaar ging ik op en neer met de trein; daarna ging ik in
Groningen wonen. De trainer bij Velocitas was toen Rob Vliek en hij is degene
geweest van wie ik nog het meeste heb geleerd. We hadden geen technische maar
wel een hard werkende ploeg. Dat eerste seizoen werden we zelfs 2de in
de Hoofdklasse. Ik speelde in de basis als laatste man. Het seizoen daarna, met
dezelfde trainer en selectie werden we echter 9de, waarmee we net niet
degradeerden.
In de volgende 2 seizoenen was Joop Pieter trainer. Van die 2 jaar heb ik echter
niet veel meegekregen. Eerst scheurden de kniebanden van mijn linkerknie in en
later van mijn rechterknie; bovendien kreeg ik nog een ontsteking aan de
achillespees. In die tijd heb ik wel veel contact gehouden met de ploeg, maar
mentaal was het moeilijk. Je gaat zo langzaam vooruit. Ik heb toen serieus
gedacht aan stoppen, zeker toen de damesafdeling bij Velocitas werd opgeheven.
Van de overgang van de selectie van Velocitas naar Oranje Nassau heb ik ook maar
weinig mee gekregen.
4 jaar bij Oranje Nassau
Bij de een van de eerste trainingen van de selectie bij Oranje Nassau
onder Roy Wester kwam ik toch weer kijken en het begon meteen weer te kriebelen.
Na een gesprek met Roy mocht ik toch weer meetrainen met het eerste, maar ik zou
spelen in het tweede. Omdat ik wilde stoppen, had ik al een vakantie in
september gepland. Toen ik terug kwam op Schiphol, kon ik in Amsterdam meteen
door naar de uitwedstrijd van het eerste tegen Wartburgia. Ik moest zelfs nog
invallen en ben daarna steeds bij het eerste gebleven.
Roy was een goede trainer. Zeer fanatiek, recht door zee maar ook open voor
meningen van anderen. Hij zorgde voor een goede arbeid-rust verhouding bij de
trainingen en kon ook goed persoonlijk coachen.
Dat eerste jaar werden we derde in de Hoofdklasse. In november van het jaar
daarna kwam ik bij een trainingspartijtje echter verkeerd op mijn knie en
scheurde opnieuw een knieband en mijn buitenmeniscus was kapot. Gelukkig kon ik
toen snel worden geopereerd. Na die operatie ging het zelfs beter met de knie
dan daarvoor. Dankzij Harm Woltjer met wie ik hersteltrainingen deed, kon ik
half maart alweer meedoen. Dat jaar eindigden we nog als vijfde.
Na Roy kwam Rudie Ottens. Ook hij was een goede trainer. Hij had ongeveer
dezelfde manier van trainen maar had een andere persoonlijkheid. Hij coachte
minder persoonlijk maar meer in algemene zin. Onder Rudie hebben we geleerd als
ploeg meer druk naar voren te zetten. Daarvoor zakten we in, wachtten af en
probeerden dan gebruik te maken van de snelheid van de spitsen. Rudie liet ons
spelen met 3 spitsen en om druk te zetten op de tegenstander zodat we meer
kansen konden creeren. In het begin was dit even wennen maar daarna ging het
steeds beter.
Het laatste jaar
Na zijn eerste jaar waarin we 5de werden, konden we het afgelopen jaar zelfs
voor het kampioenschap gaan. Tot 2 wedstrijden voor het einde waren we nog in de
race. Doordat we in het begin van het seizoen door pech en omstandigheden punten
hadden laten liggen, zijn we het kampioenschap misgelopen. Ik was er zelf de
eerste 5 wedstrijden niet bij. Ik had het seizoen daarvoor in april in de halve
bekerfinale een rode kaart gekregen, maar werd daarvoor pas geschorst aan het
begin van het nieuwe seizoen.
Door die schorsing stond ik niet in de basis en was ik afhankelijk van
oefenwedstrijden om mezelf te bewijzen. Hoewel die oefenwedstrijden wel door de
trainer waren toegezegd, gingen ze niet door en dat gaf wel een deuk in het
vertrouwen. Ik moest toen eerst weer beginnen bij dames 2. Bij het eerste ging
ik daarna als reserve mee in de uitwedstrijd tegen KFC ´71. Ik mocht toen
invallen als voorstopper waardoor Hanneke als laatste man ging spelen. Die
opstelling bleef in de wedstrijden daarna staan.
In januari stapte Rudie op als trainer. Er waren in de selectie wat incidenten
geweest waarop disciplinaire maatregelen waren gevolgd. Rudie was daarin echter
niet consequent, wat mede reden was geweest voor onze elftalleidster om te
stoppen. Hij probeerde iedereen te vriend te houden, maar hield verschillende
verhalen naar de speelsters toe. Daar kwam hij niet meer uit waarop hij zelf is
gestopt. Wel had ik me toen al voorgenomen om na dat seizoen te stoppen bij ON.
Het bestuur heeft de week daarna een overleg gehouden met de speelsters o.a.
over normen en waarden binnen de club en binnen de groep. De speelsters moesten
zich uitspreken over het handhaven van disciplinaire maatregelen bij 2
speelsters. De meningen werden toen wel gepeild, maar de verschillen werden
echter niet uitgesproken. De voor- en tegenstanders vielen daarna in 2 groepen
uiteen die steeds meer tot 2 verschillende kampen werden. Bij trainingen, in de
kleedkamer en in de kantine viel de selectie in 2 delen uiteen. Alleen bij de
wedstrijden hadden we een gezamenlijk doel om te winnen en dat lukte ook nog
heel lang.
Het bestuur liet ons de laatste maanden trainen onder Klaas van der Ploeg die
met een schone lei moest beginnen. Het voetbal wat we speelden, was nog
gebaseerd op wat Rudie ons had bijgebracht. Ook Klaas kreeg problemen met de
discipline in de selectie, b.v. over het gebruik van de lunchpakketten die we
voor uitwedstrijden van de club meekregen of het dragen van trainingspakken bij
uitwedstrijden. Hij heeft wel een poging gedaan om daaraan een eind te maken,
maar durfde niet door te pakken. Daarop zijn toen Thom van Wijk, onze vaste
lijnrechter, en Be Smit, de teammanager, opgestapt.
In het veld was er tot de een-na-laatste competitiewedstrijd tegen Wartburgia
niets te merken. Buiten het veld waren er 2 kampen. Toen Be Quick ’28 in april
Marloes benaderde om bij hen te komen spelen, wilden ze ook met mij praten. Ze
zaten eerst te denken aan een functie voor mij in de begeleidingssfeer, maar ik
wilde er nog wel 1 jaar aan vastknopen als speelster. Ze kunnen mij geen
garantie geven, maar ik ga voor een basisplaats.
Be Quick ’28 is een vereniging met ambitie en met veel jonge speelsters. Zij
wilden de komst van Marloes, Sylvia en mij vroeg bekend maken in de hoop nog
meer goede speelsters aan te kunnen trekken. We hebben het nieuws echter eerst
intern bij Oranje Nassau bekend gemaakt, voordat Be Quick het naar buiten
bracht. Voor alle duidelijkheid: we krijgen geen reiskostenvergoeding of zo. De
overstap naar deze club kost ons tijd en geld. Daar staat het speelplezier dat
we kwijt waren echter tegenover.
We moesten in mei toen nog de bekerfinale tegen Be Quick ´28 spelen. Ook al is
dat tegen je toekomstige club, je wilt zelf die prijs pakken en er vol voor
gaan. Dat is gelukt en daarmee is het in sportief opzicht de beste prestatie in
mijn voetballoopbaan. In sociaal opzicht volgde er meteen een dieptepunt.
Marloes en ik hadden woensdag voor de bekerfinale al aangegeven bij de
damescommissie van ON dat wij bij winst niet mee terug zouden reizen; de sfeer
in de selectie was daar niet meer naar. Het feestje bij ON na de gewonnen
bekerfinale was dan ook zonder de meiden die zouden vertrekken bij de club. De
avond daarna, op zondag, werden we gebeld door de trainer dat wij niet meer
welkom waren op het complex omdat we respectloos naar de vereniging toe waren
geweest. Terwijl wij de maanden daarvoor steeds alles hadden gedaan om volgens
de afspraken te werken en steeds met volle inzet hadden getraind en gespeeld.
Kennelijk had men nu een aanleiding gevonden om ons ernaast te zetten.
Wat het komende jaar zal brengen
Ik hoop dat het bij ON komend jaar goed gaat. Veel zal ervan afhangen of
de nieuwe trainer voldoende boven de groep kan staan en of de nieuwe speelsters
goed worden geaccepteerd in de groep. Er zit genoeg voetballend vermogen in het
team, maar het moet wel duidelijk zijn wie de leiding heeft.
Bij Be Quick ’28 zal het wel even duren voordat er een ingespeeld team staat.
Er zijn veel speelsters met potentie maar het duurt even om een team op te
bouwen; ik ga zeker voor een basisplaats. ON en Be Quick treffen elkaar pas in
december en ik zal dan alles geven om maar niet te verliezen.